Verbeteringen maatregelen voorlopig ontwerp

Bij de selectie van de aannemer voor project Meanderende Maas is ook gelet op goede ideeën om de maatregelen in het voorlopig ontwerp te verbeteren. Daarmee willen we het project zo duurzaam mogelijk maken, het liefst CO2 neutraal. Dat kan door CO2-uitstoot te verminderen, door bijvoorbeeld minder stalen damwanden te gebruiken. Of CO2 te compenseren met extra ooibos. De verbeteringen leveren bovendien een belangrijke bijdrage aan minder hinder voor de omwonenden en het beperken van risico’s tijdens de uitvoering.

Veelbelovend

De ideeën zijn nog in onderzoek. We zijn een heel eind op weg met het onderzoek van deze maatregelen en het ziet er veelbelovend uit. De stuurgroep heeft ingestemd om de verbeteringen straks op te nemen in het definitief ontwerp. De verbeteringen werken we in de komende maanden tot in detail uit. Hieronder een korte toelichting op elke maatregel.

Betere oplossing tegen piping

Uit onderzoek blijkt dat er over een lengte van 9,5 km verspreid over vier dijktrajecten een betere oplossing is om het probleem van piping tegen te gaan. We brengen aan de rivierzijde van de dijk een circa 3 meter dikke kleilaag aan onder de grond. We noemen dit ‘klei-inkassing’. De dikke kleilaag voorkomt dat de dijk bezwijkt als er water onder de dijk door gaat sijpelen en zand meeneemt.

Hiermee vervallen voor deze dijktrajecten de lange pipingbermen en/of constructies uit het voorlopig ontwerp. Wel blijven aan de bewoonde zijde van de dijk de stabiliteitsbermen uit het voorlopig ontwerp nodig voor de dijkversterking. De stabiliteitsbermen in het definitief ontwerp zullen niet veel afwijken van de bermen in het voorlopig ontwerp (april 2021). De stabiliteitsbermen zijn te zien op de tekeningen die we tijdens de dijktafels en op de website begin 2021 hebben laten zien. Deze zijn minder ingrijpend in de omgeving.

Voor de aangegeven dijktrajecten gaan we de klei-inkassing opnemen in het definitief ontwerp. De precieze uitwerking van de klei-inkassing volgt nog.

Bij de Hemelrijkse Waard onderzoeken we nog de mogelijkheid van klei-inkassing over een lengte van bijna drie kilometer. Dit ter vervanging van constructies in de grond die veel CO2 veroorzaken.

Op beperkt aantal locaties dijkversterking aan rivierzijde

Het idee is om op vijf plaatsen de dijkkruin een klein beetje richting de rivier te verschuiven. Op deze locaties biedt deze maatregel de kans om bermen en constructies aan de bewoonde zijde van de dijk, veelal in tuinen en dichtbij de huizen van bewoners, te voorkomen. Van belang is daarbij dat deze locaties op stromingsluwe plekken liggen, waardoor het effect op de waterstand minimaal is. In de verdere uitwerking wordt dit nader bekeken samen met Rijkswaterstaat als beheerder van de rivier.

De zesde plaats is bij Dieden. In het voorlopig ontwerp staat het aanbrengen van een constructie/scherm in de bestaande tuimeldijk als maatregel voor de dijkversterking. Dit idee blijkt uit nader onderzoek niet uit te voeren zonder schade aan te richten aan de beeldbepalende en beschermde notenbomen. Vandaar het plan om in het definitief ontwerp de tuimeldijk verder richting rivier te verschuiven. Hierdoor ontstaat meer ruimte om de constructie aan te brengen zonder schade aan de bomen.

Met de zogenoemde ‘herprofilering’ van de dijk bereiken we minder hinder voor de omgeving, lopen we minder risico bij de uitvoering en gebruiken we meer vrijkomende grond. Dit laatste is goed voor de duurzaamheid. In de komende periode werken we het ontwerp voor deze locaties verder uit.

Diedensche Uiterdijk

Voor de Diedensche Uiterdijk is onderzocht of er extra ooibos, rietmoeras, bredere geulen en extra hoogwatervluchtplaatsen in het ontwerp opgenomen kunnen worden. Goed voor CO2 compensatie, het vergroten van het aantal soorten planten en dieren in het gebied en het hergebruik van vrijkomende grond bij uitgravingen voor ruimte voor de rivier.

Er heeft zowel bodem- als archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Op basis van de resultaten is het ontwerp voor de Diedensche Uijterdijk aangepast met meer plaats voor rietmoeras rond meander en ooibos. De archeologische waarden in het midden van het gebied blijven ongemoeid. Op basis van deze uitgewerkte hoofdlijnen wordt het ontwerp de komende periode verder uitgewerkt.