Dit projectplan beschrijft de maatregelen in de Maasuiterwaarden tussen Ravenstein en de stuw bij Lith (aan zowel Noord-Brabantse als Gelderse zijde), als onderdeel van project Meanderende Maas. De maatregelen zijn gericht op de waterveiligheid (rivierverruiming) en de waterkwaliteit (bijdrage aan het behalen van de doelen op grond van de Kaderrichtlijn Water) en bestaan uit de aanleg van geulen en weerdverlaging.
Ook beschrijft het projectplan de wijze waarop we de werkzaamheden van plan zijn te gaan uitvoeren en de maatregelen om nadelige gevolgen te verminderen. Het projectplan bevat een aantal bijlagen met aanvullende informatie en onderbouwing.
Bij de documenten die ten opzichte van het ontwerp besluit zijn gewijzigd, staat ‘gewijzigd’. Vervolgens kunt u in de ‘Nota van Antwoord‘ lezen wat er precies is gewijzigd. In totaal hebben 121 belanghebbenden een zienswijze ingediend op het project Meanderende Maas. In de Nota van Antwoord Bijlage 1 wordt op elke zienswijzen een individuele reactie gegeven. Ook is aangegeven welke zienswijzen tot wijzigingen van de plannen hebben geleid.
Naast dit projectplan Waterwet geulen en weerdverlaging Meanderende Maas is er ook een projectplan Waterwet dijkversterking Ravenstein-Lith opgesteld. Dit projectplan bevat de maatregelen en werkzaamheden die aan de dijk tussen Ravenstein en Lith worden uitgevoerd.
Om de maatregelen mogelijk te maken moeten wettelijke procedures worden gevolgd en daar hoort het opstellen van een Milieueffectrapport (ProjectMER) bij. Voor project Meanderende Maas is een ProjectMER opgesteld waarin de effecten van alle maatregelen in het project, onder meer van de aanleg van geulen en weerdverlaging én van de dijkversterking, zijn beschreven.
Graag helpen wij u op weg naar de informatie die voor u belangrijk is. Heeft u vragen mail naar info@meanderendemaas.nl en wij nemen contact met u op.
Het projectplan Waterwet geulen en weerdverlaging Meanderende Maas kunt u hier (gewijzigd) inzien en/of downloaden.
Op deze pagina vindt u alle 17 bijlagen van het projectplan.
Tip: soms duurt het even voordat een bestand goed gedownload kan worden, klik dan gewoon even opnieuw.
Op deze kaart staat de projectgrens van het projectplan afgebeeld (ook wel plangebied genoemd). Alle maatregelen in dit projectplan zijn gelegen binnen deze projectgrens.
Op 13 locaties (A t/m M) in het plangebied is een dwarsprofiel gemaakt. Deze profielen laten zien hoe de ruimtelijke inrichting er ongeveer uit komt te zien (de profielen zijn dus ter illustratie). De profielen zijn gemaakt van Oost naar West. De exacte locatie van de dwarsprofielen is te zien in de kaart van bijlage 3A (zie de rode lijnen).
Op deze kaart (gewijzigd) zijn op hoofdlijnen de maatregelen uit het projectplan Waterwet weergegeven. Onder andere de ligging en inrichting van de aan te leggen geulen en de gebieden waar de uiterwaarden wordt verlaagd (weerdverlaging). Op deze kaart ziet u ook rode lijnen met de letters A t/m M. Van deze locaties zijn illustratieve dwarsprofielen gemaakt, deze vindt u onder bijlage 2.
Op deze kaart (gewijzigd) is de totale toekomstige inrichting van de uiterwaarden (en een deel van de dijk) op hoofdlijnen te zien. Hierop staan ook maatregelen die niet met dit projectplan Waterwet mogelijk worden gemaakt, maar via andere besluiten of (nog te verlenen) vergunningen worden geregeld. Dit geldt bijvoorbeeld voor: wandelpaden, vogelkijkhut en gebiedsentrees. Let op: Op deze kaart is niet het hele dijktraject van Ravenstein tot Lith te zien, enkel het stuk waar ook in de uiterwaarden maatregelen zijn voorgesteld. Voor de maatregelen aan de dijk (van Ravenstein tot Lith) verwijzen we naar de plankaarten onder bijlage 1 bij het projectplan Waterwet dijkversterking.
Op deze kaarten ziet u op welke hoogte het maaiveld ligt na realisatie van de maatregelen (onder meer de aanleg van de geulen en de weerdverlaging); dit wordt ook wel de ‘ontwerphoogte’ genoemd. Dat ziet u op de gekleurde kaartjes per deelgebied. In de bijbehorende technische dwarsprofielen ziet u de huidige en de nieuwe maaiveldhoogte én hoe diep er maximaal ontgraven wordt. De kaarten zijn gebundeld per gebied. In twee deelgebieden zal klei worden afgegraven en andere grond uit het projectgebied weer worden toegevoegd, dit noemen we ‘omwissellocaties’ (of aanvullocaties).
Op deze kaarten is de ligging van de huidige percelen in het gebied van het projectplan weergegeven, met daarbij de kadastrale aanduiding (perceelsnummers zoals geregistreerd in het Kadaster). Deze kaarten zijn opgedeeld in 7 deelgebieden:
Op deze kaart staan de type vegetaties die met dit project worden gerealiseerd en in de toekomst door Rijkswaterstaat in stand worden gehouden, onder meer water, riet, gras en beplanting. Deze typen vegetatie worden vastgelegd in de vegetatielegger van Rijkswaterstaat, welke de norm voor de begroeiing in een gebied aangeeft. Dit is belangrijke informatie voor het te plegen onderhoud.
In dit document zijn de effecten van het project Meanderende Maas op rivierkundige aspecten inzichtelijk gemaakt. Denk daarbij aan effecten op de waterstand, sedimentatie, erosie en dwarsstroming op de rivier.
In dit document (gewijzigd) staat welke situatie door Rijkswaterstaat in stand dient te worden gehouden, door het uitvoeren van beheer, na realisatie van de maatregelen in het projectplan. Er staat in omschreven bij welke situatie de beheerder maatregelen treft.
Met de ‘kaart vlakken van vrije ruimte’ (gewijzigd) wordt aangegeven op welke erosiegevoelige locaties erosie ongewenst is. Toelichting hierover is te vinden in de memo normatieve toestand (zie hierboven).
Het project Meanderende Maas leidt tot verandering in de uiterwaarden, deze kunnen leiden tot ongewenste erosie van bodem of oevers. Daar waar die erosie tot ongewenste schade leidt, is oever- of bodembescherming vereist om deze schade te voorkomen. In dit document (gewijzigd) staan de maatregelen omschreven waarmee deze schade voorkomen wordt.
Op deze kaart (gewijzigd) staan de maatregelen voor de oever- en bodembescherming weergegeven.
In dit document staan de effecten omschreven van alle maatregelen van het project Meanderende Maas op de grondwaterstand in het projectgebied.
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijft voor dat de waterkwaliteit van Europese wateren aan bepaalde eisen moet voldoen. Met het BPRW toetsingskader toetst Rijkswaterstaat of een ingreep, in dit geval het project Meanderende Maas, geen negatief effect heeft op de KRW-doelen.
Dit betreft een toets voor de KRW maatregelen. Hiermee wordt het project en de maatregelen getoetst op de effecten op KRW. Bijvoorbeeld: draagt de maatregel voldoende bij aan de KRW? Heeft de maatregel relevante effecten op de KRW?
Deze notitie gaat in op de tijdelijke effecten tijdens de realisatie van het project; is er een tijdelijke achteruitgang van de waterkwaliteit op de KRW?
De (water)bodemkwaliteitskaart geeft de gemeten achtergrondwaarden (milieuhygiënische kwaliteit) van de bodem in het projectgebied weer. De kaart dient als wettig bewijsmiddel conform artikel 4.3.5 van de Regeling bodemkwaliteit. Hiermee kan de kaart worden gebruikt voor het grondverzet en hergebruik van vrijkomende grond.
Op deze kaarten zijn de locaties weergegeven waar tijdelijke laad- en loslocaties in het projectgebied zijn voorzien. Deze locaties worden tijdens de uitvoering van de maatregelen gebruikt om materiaal en grond aan- en af te voeren.
Op deze kaart staan de locaties waar grond tijdelijk (tijdens de uitvoeringsfase) wordt opgeslagen. Deze grond wordt weggegraven (bijvoorbeeld voor het graven van een geul) tijdens de werkzaamheden, tijdelijk opgeslagen en weer gebruikt op een andere locatie in het projectgebied (bijvoorbeeld om een dijk te versterken).
Op deze kaart ziet u de huidige ligging van de kabels en leidingen in de uiterwaarden. Hier houden wij rekening mee tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden.
Het Participatieverslag (gewijzigd) is een samenvatting van wat er aan participatie- en communicatieactiviteiten tijdens de fasen van verkenning en planuitwerking van het project tot aan de terinzagelegging heeft plaatsgevonden.
In dit document (gewijzigd) leest u welke waterstandsdaling wordt bereikt met de maatregelen uit het projectplan Waterwet geulen en weerdverlaging en in het bijzonder welke relatie dat heeft met effecten op de waterstand van projecten die via zelfrealisatie (initiatieven door derden) in de toekomst mogelijk worden gerealiseerd.
Voor project Meanderende Maas is een ProjectMER opgesteld waarin de effecten van alle maatregelen in het project op het milieu, onder meer van de aanleg van geulen en weerdverlaging én van de dijkversterking, zijn beschreven. Het gaat om gevolgen voor onder meer water, natuur, woon- en leefomgeving, landschap en de gebruiksfuncties. Ook staat in het projectMER welke maatregelen worden getroffen om negatieve effecten te verkleinen, te voorkomen of te compenseren.